ornamenten in verschillende landen tegelijk gebruikt
werden, en dus de stijlen veel overeenkomst vertonen,
is het heel moeilijk de plaats van herkomst te bepalen,
tenzij archivalische gegevens ons behulpzaam zijn.
De weinige voorwerpen van Nederlandse oorsprong die
van de XlVe en XVe eeuw overgebleven zijn, laten geen
twijfel dat in die eeuwen bekwame zilversmeden in de
Lage Landen werkzaam waren en dat het „mysterie"
zoals de kunst van de zilversmid in die tijd genoemd
werd vele beoefenaars had.
En immers reeds van 1382 dateert een ordonnantie, te
Utrecht uitgevaardigd, betrekking hebbende op het mer
ken van gouden en zilveren voorwerpen. Er werd daarbij
bepaald, dat elk voorwerp moest worden voorzien van
het plaatselijke teken, hetwelk een waarborg was dat de
alliage of alloy aan de wettelijke voorschriften voldeed;
voorts moest de zilversmid zijn teken of merk op het
door hem vervaardigde voorwerp stempelen -1).
Van een twintigtal jaren vroeger dan deze ordonnantie
is een Utrechts werk bekend, dat met zekerheid aan een
Nederlandse zilversmid toegeschreven mag worden. Een
reliquaire, gedreven in de vorm van een buste van een
geestelijke, draagt in Gothische karakters de volgende
inscriptie: Anno Domini M0CCC°LXII° Decanus et
Capitulum Sancti Salvatoris Traiettensis me ex tumba
pro tune innovota extrahi et fieri fecerunt per Elyam
Scerpswert aurifabrum (afb. 1).
Door dit opschrift is dus de naam van de goudsmid be
kend, Elyam Scerpswert, die in opdracht van de San
Salvatorkerk de reliekhouder vervaardigde voor een ge
deelte van de schedel van de heilige Fredericus, bisschop
van Utrecht 828838) dat bij het herstellen van
zijn graf in 1362 er uit werd genomen.
Deze Utrechtse edelsmid is ook bekend door archivalia,
o.m. dat de hertogen van Blois emailwerken bij hem
bestelden en dat het kapittel Oud Munster te Utrecht
hem opdroeg een zilveren blad met beelden en taber-
O Zie hierover hoofdstuk: Zilvermerken, blz. 69.
10