NAWOORD
De belangstelling voor het Nederlandse edelsmeed-
werk, blijkt in het laatste kwart der XlXe eeuw uit ver
schillende artikelen in tijdschriften als de Navorscher,
De Oude Tijd, Nederlandsche Kunstbode, Oud Holland,
de Vrije Fries e.a., evenals uit de „Aanteekeningen" van
D. van der Keilen en A. Bredius, die archivalische ge
gevens over Nederlandse zilversmeden noteerden.
Deze belangstelling kwam ook tot uiting in de tentoon
stelling „Kunstvoorwerpen in vroegere eeuwen uit edele
metalen vervaardigd" gehouden door de maatschappij
Arti et Amicitiae in 1880 te Amsterdam. De omvang
rijke catalogus werd samengesteld door de deskundigen
N. de Roever en A. D. de Vries. De waarde der zilver
keuren voor de studie van het edele metaal, door hen
begrepen, werd door Elias Voet gedeeld, wier publica
ties van 1912 tot 1943 onmisbare bijdragen zijn voor
de wetenschappelijke studie van het Nederlandse zilver;
zijn werk wordt voortgezet door de Stichting die zijn
naam draagt.
In de XXe eeuw verschenen naast enige afzonderlijke
publicaties verschillende artikelen in tijdschriften, waar
van de voornaamste onder de literatuuropgave genoemd
worden, terwijl tentoonstellingen te Amsterdam, 's-Gra-
venhage, 's Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Mid
delburg, Utrecht en Zutfen de aandacht van het publiek
op de Nederlandse zilversmidskunst vestigden. Moge dit
Heemschutboekje ook daartoe bijdragen. Het wordt ver
gezeld van dank aan directies van musea, aan archiva
rissen en particulieren, die foto's afstonden of inlich
tingen verschaften, aan de Stichting „Elias Voet", vooral
aan de leden Mevrouw Th. M. Duyvené de Wit-
Klinkhamer en Jonkvr. A. Barones van Harinxma Thoe
Slooten, die op verschillende wijzen behulpzaam zijn ge
weest. Dank ook aan de uitgever en zijn staf voor de aan
gename samenwerking.
76