73
MATERIAAL EN BEWERKING
I\ a het bekijken der reproducties vraagt de lezer zich
wellicht af, van waar komt het zilver en hoe wordt het
bewerkt?
Zilver wordt in alle werelddelen gevonden in grote of
kleine mate, maar zelden in zuivere toestand, gewoon
lijk als erts in verbinding met andere metalen: goud,
ijzer, koper, tin, lood, enz.
In Europa leverde Attica in de oudheid veel zilver, in
de Middeleeuwen waren het voornamelijk de mijnen in
Bohemen, het Saksische ertsgebergte en de Harz, die
Europa voorzagen van het nodige materiaal.
Na de ontdekking van Amerika brachten de Spaanse
zilvervloten grote hoeveelheden edelmetaal naar de oude
wereld; ook Nederland profiteerde daarvan; volgens
schriftelijke overlevering werd o.a. een schaal door de
West-Indische Compagnie, kamer de Mase, besteld aan
een Haagse zilversmid, wier meesterteken een vogel was,
waarvoor zilver afkomstig van de door Piet Hein ver
overde Spaanse zilvervloot, beschikbaar werd gesteld.
Deze schaal, gegraveerd met wapens en initialen der
Compagnie, was bedoeld gebruikt te worden bij de
Mexikaanse kan, eveneens door Piet Hein in 1628 ver
overd; beide voorwerpen zijn tentoongesteld in de Histo
rische afdeling van het Rijksmuseum.
Vanaf de XVIIe eeuw tot heden toe is Amerika, de
Verenigde Staten, Bolivia, Peru en Chili de voor
naamste leverancier.
Door zijn zachtheid is puur zilver niet bruikbaar voor
praktische doeleinden; het wordt dan ook gewoonlijk
vermengd met koper, waarvan slechts een klein percen
tage nodig is om zilver harder te maken.
In de meeste landen is het gehalte, de alliage, wettelijk
voorgeschreven; in Nederland voor eerste gehalte of
eerste keur 934 dz. of 934/iooo; dat wil zeggen, dat van
1000 gram legering 934 gram puur zilver is en 66 gram