58
Adriaansz. de Ruyter vereerden na zijn tocht naar
Chattham in 1667. Op de cuppa, is deze roemrijke tocht
in émail afgebeeld: op de voorgrond de kleine stad
met bijschrift „Chetham", de gespannen ketting die het
Nederlandse oorlogsschip juist raakt en voorts het tal
rijke gevolg van de rijk versierde en gepavoiseerde
schepen. Deze geëmailleerde voorstelling is boven en
onder afgesloten door acanthusfriezen, die zich herhalen
op de voet en op het deksel. (Tentoongesteld in de
Historische afdeling van het Rijksmuseum.)
Overvloediger en fraaier uitgevoerd is het bloem
ornament op vazen en flessen, die ook het meester
teken van Nicolaes Loockemans, een anker, dragen.
Vermoedelijk een geschenk van de Stadhouder-Koning
Willem III aan graaf Willem Bentinck, bevinden zich
deze voorname zilverwerken nog op Welbeck Abbey
in Schotland, de bezitting van de hertog van Port
land, afstammeling van de oorspronkelijke eigenaar. Van
het stel, dat bestaat uit een pul, twee kleinere vazen en
een paar flessen, zijn enige stukken voorzien van het
jaarletter D of E van 1678 en 1679, dus van na de
dood van Nicolaes en dus uit zijn atelier afkomstig, dat
zijn weduwe voortzette, met behulp van B. van Milanen
een zilversmid uit Schoonhoven1). Acanthusranken,
waartussen zwevende cupido's, sieren de peervormige
potten, wier voet en mondrand voorzien zijn van een
lijst van symmetrische acanthusbladeren. Deze lijsten
herhalen zich op de flessen, waarop ook guirlandes van
vruchten en bloemen waartussen putti, druiventrossen
dragend, op gegranuleerde grond zijn gedreven en geci
seleerd (afb. 61).
Een tweede Hagenaar Johannes du Vignon(16281717)
dreef de fraaie ranken van inheemse bloemen op de
schaal in bezit van de Oud-Katholieke Kerk St. Gertrude
te Utrecht (afb. 62). Dergelijke ranken, misschien zwie
riger getekend en waartussen dieren en vogels huizen,
gebruikte de Rotterdamse zilversmid De Haan, voor de
1) Zie H. E. van Gelder, Oud-Holland 1950, I en II.