57
sierlijke guirlandes op een specerijdoos behorend tot de
zilverschat van het Deutzenhofje. Plastisch gedreven en
een voorname plaats innemend, komt dit ornament na
het begin der XVIe eeuw pas na anderhalve eeuw weer
terug.
De Snakerijen en Compartementen van Lutma, zo ge
zocht tot het midden der XVIIe eeuw, boeiden een decen
nium later de jonge generatie niet meer; inheemse flora
zoals tulp en pioen, maar ook het Griekse acanthusblad,
werden tot ranken of lijsten verwerkt. Evenals de mees
ter E.S., en later bij zijn volgeling de zilversmid-graveur
Israhel van Meckenem in het midden der XVe eeuw, dre
ven ook de Nederlandse zilversmeden dieren en vogels
tussen deze ranken, zowel in de tweede helft der XVe
als in de XVIIe eeuw, terwijl spelende kinderen, de figu-
rale symbolen der jaargetijden of de zintuigen niet ver
geten werden.
Leidende figuren in deze ornamentiek zijn nog niet te
noemen: de belangstelling der zilverstuderenden ging
tot nu toe uit naar de meesters als de Vianens en Lutma.
Er moeten nog meer voorwerpen versierd met lofwerk
en rankornament systematisch en chronologisch ge
rangschikt worden, meestertekens geïdentificeerd enz.
vóórdat de grootmeesters genoemd mogen worden. Mis
schien zal dan blijken, dat den Haag en Rotterdam de
leiding hadden, inplaats van Utrecht en Amsterdam. De
Hagenaar David Micheel paste dit ornament al heel
vroeg toe, reeds in 1658 op zijn merkwaardige en monu
mentale schotel. De komvorm vertoont een rijk ge
dreven rankenspel, waarvoor inheemse bolgewassen als
voorbeeld dienden, terwijl in de assen dartele putti op
de stengels spelen. Een krans van omkrullende blade
ren, die als verfijnde lopende knorren aandoen, cirkelt
zich om het wapen van de familie Egmond van de
Nijenburg (Heiloo) die de schaal schonk aan de Neder
lands Hervormde Kerk te Bergen (N.H.) (afb. 63).
Een tweede Haagse zilversmid, Nicolaes Lookemans,
maakte ruim gebruik van het acanthusblad als versiering
voor de gouden beker, die de Staten van Holland Michiel