54
ren sieraden aanbiedenop de voorgrond een krokodil,
op de achtergrond kamelen en struisvogels. Voor Ame
rika koos de zilversmid een Indiaanse vrouw met pijl en
boog, terwijl onder een boom, waarin papegaaien hui
zen, twee Indianen zitten. Hutten van inboorlingen, apen
en granaatappels verlevendigen het tafereel.
Afrika wordt gesymboliseerd door een liggende vrouw
met pijlenkoker, op de achtergrond negers, een olifant
en andere dieren (afb. 57).
Op deze Friese drijfwerken, die alle uit de tweede helft
der XVIIe eeuw dateren valt het op, dat de figurale
reliëfs een grote plaats innemen en dat het kwab-orna
ment beperkt wordt tot de omlijstingen; niet alleen in
Friesland is dit het geval, ook in Holland en Utrecht is
deze veranderde verhouding merkbaar. Het ornament,
dat in Adam van Vianen's en Lutma's werken het groot
ste deel van het voorwerp, soms het gehele voorwerp
voor zich opeiste, werd in de laatste decenniën der XVIIe
eeuw een bescheiden rol toebedeeld. De fraaie schotel
van een onbekende Amsterdamse zilversmid kan als
voorbeeld hiervoor dienen (afb. 58) evenals de schaal
van de Delftenaar Philipus Leede van 1668 in particu
lier bezit, als bruikleen tentoongesteld in het museum
het Prinsenhof te Delft.
Op de eerste zijn in lage reliëfs fijn gedreven Bijbelse
verhalen afgebeeld, op de tweede symboliseren gedre
ven kinderfiguren de vijf zintuigen. De Amsterdamse
Lucas Draef liet het ornament zelfs geheel achterwege;
zijn monumentale schaal met een diameter van 70 cm,
bezit van de Nederlandse Hervormde Kerk te Moor
drecht, die van 1670 dateert, is geheel voorzien van
Bijbelse taferelen, zowel op de rand als op het plat.
Niet alleen een ondergeschikte rol speelt het kwaborna
ment, het krijgt ook een ander karakter; de dolfijn- en de
kwab-achtige en anorganische motieven verdwijnen, het
ornament herinnert nu meer aan het plantenrijk. Reeds
werd gewezen op het boomschorsachtige décor op de
Poptaschaal, maar ook aan verdroogde bladeren doet
de versiering nu soms denken zoals op de schaal, die