52
met de namen hunner dragers, waardoor vele tekens,
voorkomend op Fries zilver, geïdentificeerd kunnen
worden. Ook de in 1932 verschenen uitgave „Friesche
merken" door E. Voet, voorafgegaan door: De Leeuwar
der Goud- en Zilversmeden uit de XVIe, XVIIe en
XVIIIe eeuw, door R. Visscher, heeft veel bijgedragen
tot de kennis van het Friese zilver evenals de verschil
lende publicaties van P. C. J. A. Boeles en vooral van
Nanne Ottema.
Tot de merkwaardige stukken zilver voorzien van het
ornament, dat in dit hoofdstuk besproken wordt, be
horen de voorwerpen van de Poptaschat: een grote schaal
met lampetkan en een kleinere schaal, alle drie gemerkt
met het meestertekeneen beker. Dit meesterteken komt
ook voor op een bierpul, een schaal met reliëf de vier
werelddelen symboliserende, en twee kandelaars, alle in
particulier bezit. Al deze voorwerpen zijn kundig ge
smeed en gedreven; de zilversmid moest dus een be
kwaam vakman geweest zijn, al kwam zijn teken oor
spronkelijk niet op het gildebord voor. Dit gaf aanlei
ding tot allerlei veronderstellingen, o.m. dat het teken
van Tjeerdt van der Lelie op het gildebord een door de
restaurateur aangebracht verworden teken van een be
ker was.
Door het schoonmaken van het gildebord in 1948 bleek
evenwel dat bij vroegere restauraties vele onnauwkeu
righeden waren begaan, zelfs dat meestertekens waren
weggelaten; Dr. A. Wassenberg geeft in de Vrije Fries
van 1948 een duidelijk en overzichtelijk verslag van deze
herstelling, waardoor vast kwam te staan, dat de beker
het meesterteken van de zilversmid Rintie Jans was.
Op de grote Poptaschaal van 1671 was het dus Rintie
Jans en niet Tjeerd van der Lelie die de reliëfs dreef,
wier onderwerpen ontleend zijn aan de metamorphosen
van Ovidius Zijn voorbeelden schijnt hij geput te heb
ben uit werk van anderen, zoals o.m. blijkt uit het reliëf
Argus en Mercurius, waarvan de compositie overeen-
D Zie hierover M. D. Henkei: Vortrage 19261927, Bibliothek
Warburg.