keling zou brengen en er een persoonlijke stijl aan zou
geven. Van de beker van 1639 in Walters' Art Gallery,
heeft de cuppa de nautilusvorm, die rust op een goed
gemodeleerde nereïde als stam, terwijl de hoge voet
deegachtige vormen vertonen, eigen aan het tijdperk
(afb. 37).
In 1640, twee jaar na zijn tweede huwelijk, kocht Lutma
een huis in de Nes, hoek Gansoord; bij de koopacte
staat vermeld: een huis waar de „Vergulde Helm" in de
gevel staat en uithangende is de „Swartenhont", waar
voor hij 14.000,betaalde; een groot bedrag voor
een woning in de eerste helft der XVIIe eeuw, waaruit
opgemaakt kan worden dat de zilversmid toen reeds een
vermogend man was.
Dit huis was vroeger bewoond geweest door bekende
Amsterdammers; eerst had de watergeus Claes Spiegel
daarin een herberg gehad en daarna Elisabeth Bas, be
kend door haar portret van Ferdinand Bol, met haar
echtgenoot Admiraal Jochem Heyndric Swartehont1)
Logies werd voornamelijk verleend aan hoge personages,
die als gasten van de stad Amsterdam binnen haar veste
vertoefden.
In dit huis, waar ook zijn werkplaats gevestigd was,
heeft Joannes Lutma tot zijn dood gewoond, zijn ont
werpen gemaakt en deze gedreven in het edele metaal.
Van 1639 dateren de olieverfportretten van de zil
versmid en zijn tweede vrouw, Sara de Bie, door Jacob
Adriaansz Backer, evenals Lutma afkomstig uit Gro
ningen1). De schilder bracht op de onderkant van het
ovale veld waarin het portret geschilderd is een afslui
ting aan in lijnen en vormen, zoals die waarmede Lut-
ma's geest zich bezig hield en die hij later zou gebruiken
in verschillende combinaties voor zijn drijfwerken. Het
zoutvat, dat de schilder naast de edelsmid plaatste ver
toont veel overeenkomst met een bestaand viertal twee
paren, die enige verschillen vertonen. Zij bevinden zich
in de collectie Dreesmann te Amsterdam. Van één paar
J Mededeling van T. Koot.
2) De schilderijen zijn in het Rijksmuseum.
41