Wat van meer belang zou zijn, is te weten, wie Lutma's
leermeester geweest is en waar hij de edelsmeedkunst
geleerd heeft; in Groningen, waar omstreeks 1600 ver
schillende zilversmeden werkzaam waren, of in het na
burige Friesland, waar de zilversmeedkunst reeds een
grote bloei bereikt had?
Om stylistische redenen wordt hij wel eens als leerling
van Adam van Vianen genoemd, door anderen weer als
adept van Paulus te Praag.
Hofstede de Groot en D. van der Keilen doen melding
van een tekening (thans niet meer terug te vinden) van
een lastdrager, een man met een mand op zijn rug, waar
van het onderschrift zou luiden: Rien sans peine. Jan
Lutma van Emden te Parijs de 18 Aug. 1615.
Keerde Lutma dat jaar uit Italië of Praag terug? of
misschien was hij op een terugreis van Genève, waar een
Nicolaas Lutma van Groningen in 1614 als student was
ingeschreven? Na zijn vestiging te Amsterdam lichten
de kerkelijke huwelijksprotocollen, de doops- en doods-
boeken ons in over zijn familieleven, terwijl de stede
lijke rekeningen ons op de hoogte brengen van zijn
werkzaamheid als zilversmid.
Het is eigenaardig dat het eerste schriftelijke gegeven
niet direkt het zilversmidsvak betreft, maar in verband
staat met het bewerken van hoorn en balein. Door een
acte van 1624 is bekend, dat Lutma, ontwerpen en
modellen maakte voor John Osborn, baleinwerker.
Osborn was een uit Engeland uitgeweken puritein, dus
niet te verwonderen dat hij vriendschappelijke betrek
kingen onderhield met de protestantse Lutma, in wiens
buurt hij tevens woonde. Als voorbeeld van hun
samenwerking worden beschouwd de busteportretten van
Frederik Hendrik en Amalia van Solms naar een gra
vure die Van Delff maakte naar de schilderijen van
F. van Miereveld; deze portretten bestaan in balein met
het inschrift op de achterzijde; Osborn Angl. Amsterd.
fecit, maar ook in brons, lood en in zilver1).
1Zie hiervoor J. W. Frederiks: De meesters der plaquette pen
ningen en S. Muller en H. E. van Gelder: Oud-Holland, 1915.
39