38
engelenfiguren tussen de cartouches evenals de orna-
raentale omlijstingen zijn van de hand van een meester
(afb. 36 a-b).
Het is misschien mogelijk, dat over het algemeen het
kwabornament in Haarlem later en minder toepassing
vond dan in andere steden als b.v. in Utrecht en Amster
dam. In deze laatste stad kwam het tot volle ontplooiing;
zijn oorsprong, de grotesk werd hier vergeten, het orna
ment verloor zijn grilligheid en het zilver werd gedreven
in soepele vormen met kwab- en dolfijnornament, aan
gevuld met organische en anorganische motieven.
Het was Joannes Lutma, die vele variaties op dit thema
ontwierp. Afkomstig uit noordelijke provincies vestigde
hij zich in 1621 te Amsterdam, waar hij al spoedig de
aandacht trok en verschillende opdrachten van de stede
lijke overheid ontving. Omtrent zijn jeugd en leertijd
is niets bekend, zelfs de plaats en het jaar zijner geboorte
zijn niet volkomen zeker. In 1623 bij zijn ondertrouw
met Mayken Roelants noemt hij zich: Jan Lutma van
Emden, 35 jaar oud; bij zijn tweede huwelijk in 1638
staat in de kerkboeken genoteerd: Joannes Lutma van
Groningen, weduwnaar van Mayken Roelants; de laatste
toevoeging laat geen twijfel dat dezelfde Lutma bedoeld
is. Het is hoogstwaarschijnlijk dat zijn ouders behoor
den tot de Protestantse families, die naar Oost-Friesland
uitweken en zich te Emden vestigden, waar Joannes ge
boren werd.
Na de reductie in 1594 werden de naar Groningen terug
gekeerde Protestanten bekleed met kerkelijke ambten;
ook de naam Lutma vindt men daaronder, o.a. Joannes
Lutma als één der eerste ouderlingen, van de nieuwe
gereformeerde gemeente; deze Joannes was vermoedelijk
de grootvader van de zilversmid1).
Het jaar van geboorte is ook niet met zekerheid te be
palen, de archivalische gegevens daaromtrent stemmen
niet overeen. Als zijn leeftijd vermeld op zijn portretten
juist is, dan valt zijn geboortejaar in 1584 of 1585.
U Hofstede de Groot: Het Groningsche Almanak 1895.