festoenen, die onder de golvende rand hangen afb. 34)
Het tweede zoutvat vertoont dezelfde bouw, de figurale
groep is hier ontleend aan Genesis XXII. De oude Abra
ham houdt de bijl reeds omhoog en hij zou juist aan
God's bevel gehoorzamen en zijn zoon offeren, maar de
engel grijpt zijn hand. Eén dezer zoutvaten is gemerkt
A. D. Vianen 1620, het tweede draagt dezelfde signatuur
en het jaartal 1621; zij behoren tot de merkwaardigste
drijfwerken in edelmetaal, die ooit gemaakt zijn.
Een verguld zilveren beker in het Rijksmuseum, die de
vorm van een schelp heeft, wordt gedragen door een
stam van dooreengeslingerde menselijke figuren; deze
evenals het vrouwelijk lichaam, dat zich over de cuppa
buigt, gaan over en vervagen zich in het gedreven orna
ment dat het voorwerp vormt. Door Adam gesigneerd en
1625 gedateerd is deze beker niet slechts typerend voor
zijn werk maar ook voor veel zilver uit dit tijdperk.
Christiaan, zoon van Adam, te Utrecht geboren, werd
reeds in 1616 als leerling in het gilde opgenomen en in
1628 na zijn afgelegde proef als meester toegelaten.
Bewonderaar van zijn vader's scheppingen, ademt zijn
drijfwerk dezelfde geest en daar hij hetzelfde meester
teken gebruikte, is het identificeren van de drijfwerken
van vader en zoon niet eenvoudig, zodat het mogelijk is
dat enige voorwerpen nog op naam van de vader staan,
die door de zoon gedreven zijn en misschien ook om
gekeerd.
Slechts weinige voorwerpen zijn bekend waarover geen
twijfel bestaat, dat zij van de hand van Christiaan zijn;
daartoe behoort de monumentale schaal in het Victoria
en Albert Museum te Londen, gemerkt C. de Vianen
fecit 1635. De grote schotel, gedreven uit één plaat zil
ver, heeft twee toegewende dolfijnen als rand van een
bassin, waarin het water schijnt te stromen uit een frats
tussen de koppen der dolfijnen en weg te stromen onder
een tweede frats, gedreven aan het ondereinde van de
rand.
In het golvende water van de gelobde schaal zwemt een
dolfijn, die een kleine spartelende nakomeling in zijn
35