zijn standaards of houders van drinkglazen, voorname
lijk roemers; deze werden geklemd tussen grepen of
klampen, die door middel van een schroef verstelbaar
waren. Rijk versierd met gedreven en geciseleerde orna
menten gaven zij aan de roemer een zekere monumen
taliteit passend bij de stoere schutters in wier handen
zij meermalen afgebeeld zijn. Hun doel? Misschien was
het antwoord van burgemeester Van Tienhoven juist, op
de vraag van een Duitse vorst: Pourquoi vos ancêtres
aimaient- ils a boire si haut" toen hij zeide: parceque les
hourgmestres et les patriciens de notre ville n'aimaient
pas a courber la tête t)
De bovengenoemde bekerschroeven dragen de inscriptie
DEESE SCHROEVEN SUN DOEN MAECKEN BIJ DE
GERRIT JACOB WITSZ EN JAN TEN GROTENHUIS
TRESORIEREN VAN DEN JARE 1606.
Het is jammer dat juist de naam van de zilversmid ont
breekt, wiens meesterteken C.L. is, dat door E. Voet
toegeschreven werd aan Leendert Claesz van Emden. Dat
het jaar 1606 in de inscriptie vermeld, niet overeen
stemt met het jaarletter van 1609 kan als waarschuwing
dienen, dat de juiste datum van een onbekend jaarlet
ter niet door een jaartal van een inschrift nauwkeurig
bepaald kan worden, hetgeen meermalen geschiedt.
Deze bekerschroeven zijn geheel in renaissance stijl ge
dreven en versierd. Op de voet is het koggeschip en het
wapen van Amsterdam in laag relief aangebracht, om
geven door tropheeën en attributen van visserij en zee
vaart; op het middenstuk van de geprofileerde stam zijn
de zinnebeelden der vier evangelisten geciseleerd, ter
wijl het bovenstuk verlevendigd is met vier zeilende
schepen tussen koppen van zeeduivels in hoog relief
(afb. 24).
Naast deze Amsterdamse moet de aandacht ook geves
tigd worden op een bekerschroef in het Haagse Gemeente
U Oud Holland, 1888, blz. 221.
26