22
dragen door een balustervormige stam, werd ook niet
zelden verwerkt tot een fijne ornamentale omlijsting,
terwijl de baluster vervangen werd door een figurale
groep. De zilversmid gaf zijn fantasie ook wel eens vrij
spel en liet groteske dieren met grijzende muilen over
de rand van de schelp kijken, zoals de bekwame Delfte
naar Cornelis Jansz. van der Burch, die de zetting van
de nautilusbeker van het Gemeente Museum de Prin
senhof te Delft in 1595 dreef (afb. 17)De schelp spreekt
gewoonlijk door de schoonheid van zijn vorm en kleur
zelden werd hij verlevendigd door gravures; een uit
zondering hierop zijn de zwart getinte gegraveerde com
posities van de Amsterdamse graveur van parelmoer
C. Bellekin, waarvan slechts enkele voorbeelden bekend
zijn, maar waarvan ook falsificaten bestaan.
A] deze voorwerpen zijn door hunne merken te plaatsen
in een bepaalde omgeving; de stad van herkomst, het
jaar waarin zij gemaakt werden en zelfs de maker is
dikwijls te identificeren. In vorm en ornament is er
verwantschap een verwantschap, die zij ook gemeen
hebben met de internationale, althans Europese stij
len maar die zich van de laatste onderscheidt door
een zekere soberheid ondanks de veelheid van mo
tieven.
Er is evenwel te weinig overgebleven of te weinig be
kend van één bepaalde stad of van één bepaalde zilver
smid om thans de speciale stijl van één streek of de
persoonlijke stijl van één bepaalde kunstenaar te kunnen
karakteriseren.
Anders wordt dit in de XVIIe eeuween collectie zilver
van één edelsmid kan nu reeds worden samengebracht,
die tevens een bepaald karakter draagt.
Meesters als de Vianens, Joannes Lutma, Nicolaes
Loockeman hebben een persoonlijke stijl en inspireer
den hunne omgeving. Vóór deze grootmeesters te be
spreken wordt evenwel eerst gewezen op enige voor
werpen van specifiek Nederlands karakter, die hoofd
zakelijk in de stijl der renaissance gemaakt zijn, al
dateren sommige tot de tweede helft der XVIIe eeuw.