ningen van Goltzius. De eigenaardige doornachtige krans boven de voet, komt veel voor op Gronings zilver werk der XVIe en XVIIe eeuw (afb. 14). De kokos- en nautilusbekers mogen hier afzonderlijk genoemd worden. Kokosnoten en kalebassen door de schepen der Oost- en West-Indische compagnieën aan gevoerd, trokken de aandacht der zilversmeden. De ellipsoïdevormige noot suggereerde reeds de beker- vorm minutieuze composities ontleend aan het Oude en Nieuwe Testament of profane taferelen werden in de harde noot gesneden, die dan gemonteerd werd met zilver, al of niet verguld. Een fraai voorbeeld is een beker in het Rijksmuseum, waarvan de zetting in 1611 vervaardigd werd door een Groningse zilversmid, wiens meesterteken E.W in monogram is, toegeschreven aan Evert Willems. De gesneden taferelen in de noot stellen voor: Noach met zijn zonen, Judith met het hoofd van Holofernes en het Laatste Avondmaal. Gegraveerd in de zilveren mondrand is het volgende inschrift: „Juffrouw Albert Wiferink Weduwe van Giesteren, anno 1610" en: „Drinckt ende eedt, Godt niet en vergeet, Als du dodt binst, binst u vergeeten bij die gene eerst die din goet krigen alder miest" (afb. 15). Omgekeerd werd de kokosnootvorm ook wel eens in zil ver nagebootst, zoals bij de verguld zilveren beker in het Gemeentelijk Museum te Roermond, en waarop drie reliefs gedreven zijn, voorstellende de schepping van Eva, de zondeval en de verdrijving uit het Paradijs. Deze beker, waarvan de vorm zowel als de reliëfs een Nederlands karakter dragen, was een geschenk van de muntmeester J. van Nederhoven in 1609, zoals in het deksel is gegraveerd, vermoedelijk aan de stad Roer mond, van welke stad de spreuk Aequitas Juditia tua Domine, langs de mondrand is aangebracht (afb. 16). Ook de nautilusbekers nemen een speciale plaats inde cuppa, gevormd uit de parelmoeren schelp van de nau tilus werd gemonteerd met zilver of verguld zilver, soms zelfs met goud. De vatting van eenvoudige banden, ge- 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 19