Dr. H. E. van Gelder beschouwt de voorwerpen gevon
den bij de restauratie van de oude St. Jacobskerk te
's-Gravenhage als werk van een Haagse zilversmidvier
ampullen en een kroontje, thans bewaard in de katho
lieke kerk van dezelfde naam; de ampullen zijn afge
beeld in: Voet en van Gelder: Haagse merken, blz. 4.
Een hostiedoosje, bezit van het Maagdenhuis te Amster
dam, met het opschrift: Hic-est-servatu-corpus-de-orign-
vatu-an° MCCCXCV, draagt ook een Nederlands ka
rakter. Een kundige zilversmid moet hij geweest zijn,
die dat fraaie voorwerp dreef, achtkantig van vorm,
staande op vier leeuwenpootjes en versierd met trace
ringen en fleurons (afb. 4).
Draagtekens, staven, ketens voorzien van gekruld blad
werk, dateren ook uit de late middeleeuwen. Sierlijke
bladranken werden door XVe eeuwse buitenlandse orna-
mententisten ontworpen en als gravures uitgegeven.
Vooral die van de meester E. S. vermoedelijk een
Zwitser werden door zilversmeden als voorbeeld ge
nomen, o.m. door de zilversmid-graveur Israhel van
Meckenem en de zilversmid P. Schongauer. De bijzon
dere wijze evenwel, waarop dit laat-Gothische ornament
behandeld werd, anders dan in Duitsland en Vlaanderen,
stempelt deze voorwerpen als van inheemse afkomst. De
keten van het St. Anthoniusgilde te Winterswijk thans
tentoongesteld in het Rijksmuseum -vertoont dit orna
ment in al de bewegelijkheid en spanning deze laat-XVe
eeuwse versieringswijze eigen; het herinnert aan de
hogels in steen gebeeldhouwd langs de wimbergen der
Gothische kathedralen (afb. 5).
Ook de omlijsting van draagtekens o.m. dat waarop een
hoogrelief -Maria met de zeven zwaarden is be
vestigd, worden deze spitsige bladranken gebruikt,
waartussen nu dieren verwerkt worden; terwijl de om
randing van dit draagteken onderbroken wordt door
figuren van heiligen (afb. 6).
Dit ornament, waarbij de blaadjes fijn gedreven en ge
ciseleerd zijn, werd in relief aangebracht en tot ver in
de XVIe eeuw konden de zilversmeden geen afstand doen
14