ringen en door een afbeelding van een „Salvator Mundi"
eveneens in translucide email in het deksel aangebracht
(afb. 2).
Van hetzelfde Utrechtse kapittel is afkomstig een verguld
zilveren plaat, vermoedelijk een deel van een deksel van
een ciborium of wierookvaatje, waarop een luna en twee
fijn gemodelleerde knielende engelen, die aan de Noord-
Nederlandse gebeeldhouwde houten figuren herinneren
zowel oorsprong als stijl duiden dus op Utrechtse af
komst (afb. 3).
Naast deze sacrale voorwerpen dateren enige gildehoorns
uit de XlVe eeuw, die door hun Nederlandse opschriften
misschien met nog meer zekerheid aan inheemse zilver
smeden toegeschreven mogen worden: o.a. de drink
hoorn van St. Anna of Rijnschippersgilde te Kampen,
gedateerd 1369 en die van het St. Anthonius Gilde te
Stavoren van 1397.
Deze laatste, met zilver gemonteerd, is van het rand
schrift in Gothische letters voorzien: Desen hoern heb
ben doen maken de broders van Sinte Antoni ghilde
MCCCXCVI1; op een zilveren plaat is de heilige met
zijn attribuut, een varken, afgebeeld, terwijl vogels hem
voeden.
Hoewel geen drijfwerken van hen bekend zijn, worden
in verschillende archieven, op poorterslijsten, bij over
dracht van goederen enz. goudsmeden genoemd, d.w.z.
dat bij de naam het woord aurifaber goudsmid is
toegevoegd. Het blijft evenwel bij namen, maar wij
hebben daardoor de verzekering dat dit vak van kunst
nijverheid in de middeleeuwen, zowel in Friesland1),
Overijsel als in Utrecht, Noord- en Zuid-Holland en Zee
land beoefend werd.
Zelfs een eeuw later, de XVe, geeft door gebrek aan
voorwerpen geen duidelijk beeld van de kunst van de
edelsmid in Noord-Nederland, hoewel het kleine aantal,
dat de eeuwen getrotseerd heeft, bewijst dat er fraai zil
verwerk gedreven werd.
1) N. Ottema, Geschiedenis van het Goud- en Zilverbedrijf in
Friesland.
13