overhoeks-staande pilasters, en is bekroond door een toogkap met 5 platte vlakken voor een porse- leinstel. Hoewel de hoofdvorm der kast nog het Lodewijk XV-type weerspiegelt, zijn de ornamen- tale versieringen reeds in de Lodewijk XVI-stijl uitgevoerd. Men zie hiervoor beneden de gekruiste palmtakken met gestrikt lint, voorts het koperen beslagwerk van trekkers en sleutelplaatjes, en in de toogkap de op klassieke wijze omkranste camee-kop. 33. Het Kabinet, rechthoekig in plan, is gefineerd met mahoniehout en ingelegd met fijnhoutsoorten. Het onderstel heeft 3 laden, ingelegd met strakke biezen van ebben- en citroenhout. Op de hoeken ziet men nog de traditionele kantstijlen, die eindigen in lage poten; zij zijn echter reeds cannelurevor- mig versierd door ingelegde zwarte en witte biezen. De bovenkast heeft twee deuren waarvan het rand- hout omlijnd is door biezen van ebben- en citroen hout, die op de hoeken verkropt uitspringen, het geen nog geaccentueerd wordt door het toepassen van rozetten. Het midden der panelen is met een inlegwerk versierd, voorstellende een medaillon, hangend aan een koord met gestrikt lint. Het medail lon toont links een zeilschip voor de haven en rechts een trophee van muziekinstrumenten. Ter weerszijden van de deuren staat op de hoek een gecanneleerd zuiltje met messing basement en kapiteel (korin- tisch). Daarboven sluit een klassieke rechte kroon lijst, die op de hoeken verkropt is, het meubel af. De klassieke verering moge ook blijken uit het fries, dat ingelegd is met citroenhouten blokjes, teneinde 85

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 83