bouwkunst van de Romeinen, waarover reeds de Romeinse bouwmeester Vitruvius in zijn „Tien boe ken over bouwkunst" (db 16 v. Chr.) schreef. De 5 orden bestaan uit toskaans, dorisch, ionisch, korin- tisch en composiet. Het verhouding-systeem gaat uit van de „modul" als eenheid, overeenkomend met de onderste halve middellijn der zuil, zodat de maten in modullen uitgedrukt worden zieDeel I 23. Het Trappenhuis, loodrecht staande op het ein de der gang, heeft daardoor een zelfde architecto nische verzorging van vloer, wanden en plafond gekregen. De vloer is belegd met grote platen van grijsgeaderd Italiaans marmer. Van hetzelfde mate riaal is de borstwering der wanden. Daarboven be vinden zich, behalve een paar schuiframen met roede indeling, de stucwanden, die door pilasters in vakken verdeeld worden. Deze heeft men versierd o.m. met ovale panelen, omhangen met stijve slingers aan ge strikte linten. De ruimte wordt afgedekt door een vlak plafond met een middenveld dat omzoomd wordt door een brede lijst, gevuld door acanthusrozetten. De trap van mahoniehout heeft een leuning die ge vuld wordt door vlakke balusters, welke zich einde loos herhalen. Zij zijn opgebouwd uit een rechthoekig basement, gecanneleerde schacht, en rechthoekige be kroning, welke laatste met het beloop der helling in de schuinte meegaat. 24. Het Snijraam is van hout en ingedeeld door rechte en gebogen latten, waarin gesneden zijn eiken en lauwerbladen benevens parelsnoeren. Zij ein digen in pijlvorm met klassieke acanthusbladeren en 80

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 78