20. De Armstoel van notenhout is het type van fauteuil met lage leuning, die op intieme wijze uit nodigt te komen zitten. De voorpoten zijn fijner elastisch gebogen dan de vroegere kniepoten; zij raken meer glijdend de grond en gaan vloeiend over in de zitregels. De achterpoten zijn stugger ge bogen, staan stabieler op de vloer, en gaan geleide lijk over in het golvend randhout der rugleuning. Deze is bekleed met dezelfde rood zijden damast stof als de zitting. Halver hoogte groeien uit haar randhout op organische wijze de horizontale arm- leggers. Deze zijn bekleed met kussentjes en gaan met een krul geleidelijk over in de armstutten die, terugliggend bij de voorpoten, in de zijregels van het zitraam zijn ingeplant. 21. De Zitbank van notenhout is in wezen een samenbinding van twee hogerugstoelen. De 6 knie- poten zijn versierd met „schouderstukjes" en dra gen, door gegolfde regels verbonden, de zitting met nieuwe stofbekleding. De armleggers met kussentjes rusten op hol gebogen stutten, en zijn ingelaten in het geschulpte rugraam met uitgezaagd middenblad. B. LODEWIJK XVI STIJLPERIODE 22. De bouworden van Vignola. Giacomo Barozzi, genaamd Vignola (1507—1573) naar zijn geboor testad Vignola, was een Italiaans bouwmeester, die een bouwordenstelsel vaststelde, evenals enige an dere Italiaanse architecten uit de 16e eeuw. Deze stelsels zijn gebaseerd op de studie der klassieke Afb. 22 volgt, om technische reden, na afb. 3. 79

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 77