in stuc afgepleisterde wand rhythmisch ingedeeld is
door pilasters en terugliggende vakken. De laatste
zijn aan de bovenzijde versierd met gemodeleerd
stucornament. Tenslotte geeft een holle kooflijst een
vloeiende overgang naar het plafond, dat omlopen
de lijsten heeft, die plaatselijk door ornamenten ver
levendigd worden. De achterwand heeft boven de
deur als „supraporte" of „deurstuk" een hoogrelief
in stuc, voorstellende drie speelse „putti" (kinder
figuurtjes) met wereldbol en landkaart.
5. Het Stucwerk der gang op de hoofdverdieping
toont verfijnde bloemslingers, opgehangen in de
middens der pilasters en vakken. In deze laatste ziet
men tropheeën, samengesteld uit: lictorenbundels,
scepter en wierrookvat, symboliserend: macht, heer
schappij en geloof. Ook de „kooflijst" is op be
paalde plaatsen versierd met schelpen en c-krullen,
waardoor decoratieve accenten ontstaan.
6. Sierraam uit een huis, dat in 1772 door de stok
viskoopman Jan Koolhoff tot pakhuis in gebruik
genomen is. In late rococovormen toont dit smeed
ijzeren hekwerk een symmetrische omkrulling, waar
in boven een lichtgebogen fries het opschrift staat:
de twee stokvissen. Voorts zijn in het midden twee
gekruiste, vrij realistisch geheelde stokvissen, en
onder een koolvormig monogram met de initialen
J.K., alles de trots van Jan Koolhoff uitlaaiend.
7. Trappenhuis met trap. Hier zijn de vloer en
borstwering van grijs geaderd Italiaans wit marmer,
de trapboom en de treden van eikenhout, de balus-
ters met leuning van notenhout. De rijk gesneden
73