BESLUIT
Kort voor het doek viel, dat het schouwtoneel der
18de eeuw voorgoed afsloot, hadden de libertijnse
geesten in Nederland met la douce France het
Haagsch Verdrag in 1795 gesloten. Wel bleef ons
land zij het na amputatie van Staats Limburg
en Staats Vlaanderen een onafhankelijke staat
met de illustere naam van Bataafsche Republiek,
doch in wezen waren wij een vasalstaat geworden van
het land der burgerlijke vrijheid. Automatisch wer
den wij nu door Engeland als vijand beschouwd, en
kostte oeconomisch gezien het eerste ons het
nodige geld, het laatste was niet minder funest voor
onze financiën. Immers voor een groot deel gingen
zij het dan tijdelijk - onze koloniën verloren, al
beijverden wij ons, om haastig een „Raad der
Aziatische bezittingen en etablissementen" en een
dergelijke „Raad der Amerikaanse koloniën en be
zittingen" in te stellen.
Ook de inwendige staatsaangelegenheden waren niet
rooskleurig, want er ontbrandde een felle partij
strijd tussen de unitarissen, die een volstrekte centra
lisatie wensten en de federalisten, die zelfstandig
heid der onderdelen eisten, voortterend op de vroe
gere Vereenigde Nederlanden. Enige staatsgrepen
hadden plaats en het spel eindigde met de grondwet
van 1798, berustend op de ideeën van volkssouve-
reiniteit en maatschappelijk verdrag.
Onder al deze verwikkelingen werd tijdens de laatste
vijf jaar der 18de eeuw bitter weinig gebouwd of
69