zich onder dezelfde omstandigheden als in het vorige
tijdvak. Zo ook het ledikant, dat nog steeds omhuld
wordt door zware gordijnen. Gelijk te voren blijft
de vorm van de houten bedbak ondergeschikt, wijl
men er weinig van ziet. Slechts de stoffen der om
hulling wijzigen zich en nemen de nieuwe ornamen-
tale versiering over.
Vrijwel dezelfde typen van bergmeubels als uit de
vorige stijlperiode leven voort, doch in gewijzigde
vorm.
Bij het kabinet is het onderstuk met de drie laden
nu vlak geworden, zowel in voor- en zijaanzicht,
waardoor het recht omhoog gaat, gelijk in de barok
periode. Bij dit al blijft de rococo-buikvorm met
console-achtige hoekstutten tot 1780 in zwang.
De bovenkast met twee deuren, waarvan de panelen
thans rechthoekig zijn, wordt vaak links en rechts
geflankeerd door overhoeks geplaatste pilasters of
zuiltjes. Daarboven dekt een kap met rechte, klas
sieke kroonlijst, al of niet met driehoekig fronton,
het geheel af. Voor zover het buikkabinet nog tot
1780 gemaakt wordt, handhaaft zich daar de toog-
kap. Als overgang ziet men in de eerste tijd het
kabinet met buikvormig onderstel, voorzien van
Lodewijk XVI-trekkers en sleutelgatplaatjes, in
combinatie met de strakke Lodewijk XVI boven
kast.
Begrijpelijk doorlopen de porselein- en hoekkast, het
spiegel- en schrijf kabinet, evenals de latafel of com
mode dezelfde evolutie.
63
2. BERGMEUBEL