bladeren, draperieën, die vaak door gladde of door geplisseerde linten en strikjes aaneen gebonden zijn, maar vóór de eeuw ten einde is, treedt een staccato in, waarbij de motieven meer op zichzelf komen te staan. Het is alsof zij ontdaan worden van hun levenssappen en een zekere steriliteit krijgt de over hand. Bovendien vult men de reeks nog aan met attributen en symbolen van de vooruitstrevende ideeën dier jaren, gelijk: brandende toortsen, strijd bijlen, pijlkokers en lictorenbundels. Is eenmaal de revolutie een feit, dan kondigen zich emblemen aan van vrijheid, gelijkheid en broederschap in de Phry- gische muts en broederhanden. Karakteristiek voor de omamentale versiering uit dit tijdvak is, dat ze noch, gelijk in de barok, het vlak overheerst, noch, gelijk in de rococo, plaatselijk een uitbundige overwoekering toont. Slechts regelmatig en zonder climax ijlt ze voort, een bescheiden rol vervullend, gelijk eertijds bij de Grieken in de zin van een muzikale begeleiding. Waar niet alle uit voerders voldoende scheppend talent hebben, geeft men gegraveerde voorbeelden uit, die een gretig onthaal in de werkplaatsen vinden. Geldt het bovenstaande voor het Franse ornament na 1760, zo kan men eenzelfde vormverschuiving waarnemen bij ons, doch dan te rekenen na 1770. Wel is dat ornament wat minder soepel, desnoods stugger, maar dit toont op bescheiden wijze juist een eigen kant, zodat men in het algemeen niet be hoeft te spreken van een bedrieglijke trucage. Het beeldhouwwerktoegepast op wanden en pla- 57

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 55