rijk, waar het niet minder gistte. Nauwer werd het contact met dit land en toen de conflicten uitlokten dat er in 1787 een Pruisisch leger naar ons land kwam, dat de stadhouderlijke waardigheid her stelde, was dit het sein voor vele leiders der patriot ten om uit te wijken, vooral naar Frankrijk. Dat deze Pruisische bemoeienis algemeen grievend na werkte, moge blijken om slechts een voorbeeld te noemen dat de markante schrijfsters, Betje Wolff en Aagje Deken, te voren innig prinsgezind, nog in datzelfde jaar vrijwillig naar Frankrijk trokken in afwachting van betere tijden. Zo kan men uit ver schillende feiten opmaken, dat een groot deel van ons volk niet meer achter de prins stond, toen in 1789 de Grote Revolutie in Frankrijk uitbrak. Wel dra doet deze zich in West-Europa gelden en ten slotte rukt op het einde van 1794 een Frans leger ons land binnen. De leidende patriotten komen nu terug om het roer in handen te nemen; de stad houder trekt hieruit de consequentie en verlaat in 1795 het land, zodat in wezen de federalistische Republiek der Vereenigde Nederlanden ophield te bestaan. Wat handel en scheepvaart in dit laatste kwart der 18de eeuw aangaat, zo waren deze tot 1780 in het algemeen nog goed te noemen, al werd de buiten landse concurrentie van jaar tot jaar machtiger en trad het mercantilisme met zijn beschermende rech ten in Engeland, Frankrijk en Pruisen wranger op. Ondanks het feit, dat de betalingsbalans geregeld achteruit liep, merkte men bij kapitaalkrachtige krin- 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 48