woning, toont de stoel geen belangrijke wijziging.
Hij behoudt de hoge rug, gedraaide stijlen en spor
ten, benevens de biezen- of rietzitting. Deze sobere,
maar karaktervolle Brabantse-, boeren- of keuken
stoel van iepen- of beukenhout (beschreven in Deel
II), blijft dezelfde of heeft hoogstens een kleine wij
ziging in de profilering gekregen. In Frankrijk
noemt men hem „chaise a la capucine", een naam
herinnerend aan de soberheid der Minderebroeders,
de monniken, gekleed in bruine pij met cappa.
Luxueuzer is de stoel van de gezeten burger. De
vroegere knie- of knotspoot wordt nu een S-vormig
gebogen ranke bokkepoot (Fr. pied-de-biche of hin-
depoot), welke in oorsprong mogelijk ontleend is
aan Chinese meubels. Onder eindigt hij veelal in
een hoefvorm en boven gaat hij vloeiend over in de
zitregel. Ofschoon de sporten tussen de poten ver
dwenen zijn, ziet men aanvankelijk nog een (ge
schulpt) kruis als onderlinge verbinding; later wordt
dit, gelijk bij de tafel, niet meer toegepast. De tra
peziumvormige zitting is aan de voorzijde even ge-
43
Stoelrugleuningen, Lodewijk XV-stijl.