een schuinstaande klep. Horizontaal omgeklapt, doet deze dienst als schrijfblad, dat links en rechts wordt ondersteund door een smal uittreklaatje. Ach ter de klep bevinden zich in het middenstuk ver scheidene laatjes, nissen en vakjes (Eng. pigeon- holes). De bovenkast op dit middenstuk staande, heeft achter de vlakke deuren eveneens een indeling met laatjes en vakjes, welke tezamen een plat vlak of een staand gegolfd voorvlak vertonen. Het spiegelkabinet is nu eens een gewoon kabinet, dan weer een schrijfkabinet, doch in beide gevallen hebben de deuren der bovenkast spiegelglaspanelen. Het schrijfbureau of secretaire is een schrijfkabinet zonder bovenkast. Ook hier staat de schrijfklep in gesloten stand schuin tegen het middenstuk, dat boven vlak beëindigd is om voorwerpen hierop te pronk te zetten. De latafel is eigenlijk een ladenkastje of commode, waarin men „gemakkelijk" (commodus) lijfgoed kan bergen. In deze tijd is het een der meest voor komende kleine bergmeubels, waarvan de vorm ontleend is aan het onderstel van het orgel- of van het buikkabinet, terwijl het bovenvlak vaak een gepolijst marmeren plaat is. De hoekkast, de Franse encoignure, is in plan een cirkel sector, zodat de twee zijkanten rechthoekig tegen elkaar staan, daar het meubel in een hoek der kamer geplaatst is. Zij kan zowel een kabinet als com mode zijn, naarmate zij hoog of laag is. Als grondstof voor de bergmeubels gebruikt men nog steeds eiken- en notenhout, of het goedkoper 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 37