als nevenvak het behangselschilderen niet onverdien
stelijk beoefenen. De vroegere, meer heroïsche en
idyllische Italiaanse landschappen maken plaats
voor romantisch realistische taferelen, ontleend aan
eigen omgeving, luchtig en vlot opgezet in niet te
zware kleuren of „en camaïeu" in één kleur geschil
derd met verschillende nuances. Daar de meeste
meubels laag zijn, zodat ze niet veel boven de lam-
brizering uitsteken, onderbreken ze weinig deze
wandschilderingen.
Als behangselschilders uit deze tijd noemen we:
Aert Schouman (17101792), Dirk van der Aa
(17311809), leerling van de in Deel II genoem
de Keiler, Hendrik Meyer (17371793) en Gerard
van Nijmegen (17381808). Helaas hebben we
van de besten dezer schilders geen volledig interieur
ter plaatse over.
Typerend voor het stijlkarakter is voorts de deur.
Hoofdzakelijk ziet men het enkel-deurtype, behalve
bij twee achter elkaar gelegen kamers, die bij be
paalde gelegenheid als één ruimte dienst moeten
doen en waar dus de dubbele deur op haar plaats
is. Bovendien komt het laatste type voor bij de brede
enkele deur, wanneer men aan deze een deftige al
lure wil geven. De deur behoudt dezelfde indeling,
hetzij één doorgaand paneel, of een laag onder- en
een hoog bovenpaneel. Was vroeger de afsluiting
boven recht, thans komt ook de licht gebogen golf
lijn voor. Het daarboven gelegen deurstuk hand
haaft zich eveneens. Het schuifraam met zijn omlijs
ting, blinden en vensterbank ondergaat weinig ver-
32