onderworpen, o.a. in 1787 en 1902, maar het prachtig
timbre bleef steeds behouden.
Dit muzikale monument staat in de voorste rij der
grootste orgels, naast die van Freiburg, Haarlem en
Luzern. Het werd in omvang van stemmen over
troffen door dat der St Laurenskerk te Rotterdam,
dat 4000 sprekende pijpen telde, maar als kunstwerk
uit de zoo bloeiende 17e eeuw staat het Bossche orgel
bovenaan.
Toen het in 1634 werd afgeleverd en gekeurd door
de organisten van Haarlem, Amsterdam en Utrecht,
verklaarden dezen: „dat het in alles soo wel ende
„behoorlijck was, als eenig in de seventien provinciën,
„ja in geheel Christenrijck".
Ook hier hebben de renaissance-kunstenaars een
schoonheid gebracht, die zich geheel aanpast aan het
verticale lijnenspel van het Gothische interieur. Men
moet het orgel zien en hooren. In woorden zijn de
indrukken, die men dan ondergaat, niet weer te geven.
De prachtige metalen frontpijpen, die van de zwaarste
tot de kleinste tusschen het beeldhouwwerk zijn
aangebracht, zijn loos en dienen uitsluitend tot ver
siering. Het geheel is van een overweldigende monu
mentaliteit.
Uit 1492 dateert het koperen doopvont. Nederland telt
drie bijzondere koperen doopvonten, n.1. Breda, Zutfen
en 's-Hertogenbosch. Aert van Maastricht heeft het
laatste gegoten. Hij heeft behalve zijn eigen in koper ge
goten figuur, dat als handvat dient, ook de ster (het wa
pen van Maastricht) in de versiering een plaats gegeven.
De pelikaan, die met zijn bloed zijn jongen voedt,
verheft zich op den top, zinnebeeld van Christus, die
door den kruisdood zijn leven voor de redding van
het menschdom als bloedig offer gaf. God de Vader
Heemschut 21-6 81