Weissman noemt de St Jan het gedenkteken van den
bloei van 's-Hertogenbosch in de 15e eeuw.
Het koor is zoowel in- als uitwendig verreweg het
schoonste deel der kerk. De meesters die het bouwden,
staan hoog boven hun opvolgers.
In 1520 of eenige jaren daarna, werd het werk aan
de kathedraal gestaakt. De godsdiensttwisten doodden
den ondernemersgeest voor de verdere voltooiing van
den kerkbouw. Zoo bleven de doopkapel, opgetrokken
in 1268, en de huidige Lieve Vrouwekapel als resten
der 2e kerk (12801419) in wezen.
Het rampjaar 1566 bracht den beeldenstorm, waarbij
het kostbaar kerkmeubilair kort en klein geslagen werd
en alle kunstwerken, voor zoover ze niet in veiligheid
waren gebracht, de prooi der vernielzucht werden.
Na de vernieling van zooveel schoonheid door men-
schenhanden, volgde een tweede ramp door natuur
krachten.
Op St Jacobsdag (25 Juli) 1584 trof het hemelvuur
bij een ontzettend onweder de houten met lood be
dekte slierspits, waarboven op groote hoogte het bron
zen beeld van den schutspatroon der kerk St Jan
Evangelist prijkte.
Een geweldige brand die tot in Utrecht, Antwerpen
en Maeseijk zou zijn waargenomen waarbij aan
blusschen niet te denken viel vernielde het houten
gevaarte, dat met donderend geweld op het zuider
transept omlaag stortte, het leien dak en de gewelven
door midden brekend.
Het heeft vele jaren geduurd voordat de vreeselijke
gevolgen van dien brand waren hersteld in dier voege,
dat de koepel en de vier haar omringende torentjes
van een vliering werden voorzien en met leien werden
afgedekt.
77