godsdienstzin, kon geen bevrediging meer vinden in
de nederige Romaansche kerk, waarvan in 1200 buiten
hare muren de grondslagen waren gelegd.
Die jeugdige kracht, die overvloed van leven, moest
naar vormen zoeken, schitterend van schoonheid en
rijkdom, om er zich in uit te drukken en de gemeente
wilde van haar welvaart getuigen door het stichten
van een prachtige hoofdkerk.
„In het jare ons Heere MXX en LXXX, zegt Cu-
„perinus, werd den eersten steen geleit van St Jans
„kercke ende den eersten grontslach".
Die tweede kerk, in Gothieken stijl opgetrokken, had
een langschip, dwarspand en twee zijbeuken met koor
omgang en straalkapellen. Vandaar dat men in 1419,
toen een geweldige brand bijna de gansche stad in
asch legde en ook de kerk niet onaangetast liet, neer-
71
St Janskerk, Zuidzijde, 1720