1600 DE SLAG VAM LEKKERBEETJE
Hooge moed, zelden goed
Van den Slag van Lekkerbeetje zouden in musea en
in particuliere verzamelingen in binnen- en buiten
land circa 120 schilderijen bestaan. Het aantal gra
vures daarvan is legio. Zij zijn niet te tellen.
De slag van Lekkerbeetje is dus wel een kamp geweest
van zeer bijzondere beteekenis. Hij doet denken aan
het gevecht tusschen David en Goliath en aan dat der
Horatiï en Curiatiï.
De Heer van Bréauté zijnde Ritmeester in dienst
der Heeren Staten-Generaal een Fransch Edelman
uit Normandië, zeer moedig en stout en van groote
courage, had een luitenant van zijn compagnie met
20 ruiters (meesters op de wapenen) doen uitrukken.
Dezen, zich onvoorzichtiglijk van elkander gescheiden
hebbende, werden door ruiters van Grobbendonck uit
Diest overvallen en gevangen naar 's-Hertogenbosch
gebracht.
De ruiters van Bréauté schreven hem om rantsoen.
Deze zond hetgeen gevraagd werd en schreef aan zijn
Luitenant o.a.: ,,Je suis ébahi que vous avec vingt
Maitres, vous êtes laissé battre de quarante coquins
(„ofte hele")".
De brief kwam in handen van Gerard Abrahams
alias Lekkerbeetje, Luitenant van de Heer Antonie
Schets baron van Grobbendonck, Gouverneur van
's-Hertogenbosch, die den Heer de Bréauté berichtte,
60