en aldaar een schipbrug over de Maas gelegd, waar
de Graaf van Solms zijn legerplaats had. 1500 huis-
luijden uit Gelderland hielpen mee aan het graaf
werk, dat het leger met wallen en verschansingen
omsloot, daar het drassige polderland moest vermeden
worden. De omtrek dier werken was 8 uren gaans.
Van zijn kant zat de Gouverneur der Vesting Grob-
bendonck evenmin stil. Hij liet de vesting zooveel
mogelijk versterken en vele onnutte monden als vrou
wen, kinderen, Begijnen, dienstmaagden en 500 zieke
en oude soldaten uit de stad trekken, om den mond
voorraad te sparen.
Uit een opname door den Magistraat bleek het zielen
tal der vesting 11300 te bedragen.
Nadat over en weer die voorbereidende werkzaam
heden haar beslag hadden gekregen, begon het ge
schut 20 Mei zijn werk te doen. Van het fort Isabella
werd het hoofdkwartier van den Prins, die op dat
moment juist aan tafel zat, zoodanig door de beleger
den beschoten, dat de spijs bedorven en Zijne Hoog
heid genoodzaakt werd, elders in Vught een veiliger
onderkomen te zoeken.
Van des Konings zijde was Graaf Hendrik van den
Berg benoemd tot aanvoerder van de legerschaar, die
de opdracht had 's-Hertogenbosch te ontzetten of
met eenige bezetting in de vesting door te dringen, om
het garnizoen te versterken. 7000 ruiters en 24000
man voetvolk stonden onder zijn bevelen. De leger
schaar van den Graaf Montecuculi zou zich bij die
troepen voegen.
Hoewel de Graaf van den Berg Boxtel bezette en met
zijn macht doordrong tot Haaren, Helvoirt en Crom-
voirt en door zijn troepen de stelling van den Graaf
van Brederode deed aanvallen, gelukte het hem niet
33
Heemschut 21-3