of Collegiën. De oudste was die van den ouden Voet
boog, die te Brussel door de Hertogen van Brabant
uit het huis van Leuven reeds in 1213 zoude
zijn ingesteld, die geen krijgslieden op trommelslag
uit het gewone volk, maar vrijwillige en eerlijke
lieden daarvoor namen en tot verdediging in dienst
van het land geen soldaten gebruikten, maar daarvoor
de inwoners opriepen. De Leenmannen waren ver
plicht met behoorlijke wapenen voor den Hertog te
velde te trekken en in verhouding tot de beteekenis
van hun leengoed een aantal gewapende mannen te
voet en te paard op te brengen. Maar de steden zonden
haar poirters als vrije mannen, waarvoor de schutters
van den ouden Voetboog en van den Handboog ge
bruikt werden.
's-Hertogenbosch telde vier schutterijen.
Die van den ouden Voetboog van de Maagd Maria,
die van den nieuwen voetboog van St Joris, waarvan
de meeste leden (700 in getal) bleven in den strijd om
's-Gravenbraeckel in Henegouwen (1424), waarom zij
zich bij die van den ouden Voetboog hebben gevoegd.
Maar toen haar aantal wederom was aangegroeid,
voornamelijk, doordat de zonen van hen, die in den
strijd van Braine ('s-Gravenbraeckel) gevallen waren,
als leden werden aangenomen, is de schutterij van den
nieuwen Voetboog weer haar zelfstandig bestaan
kunnen gaan leiden.
Het derde schuttersgilde, veel jonger dan de voor
gaande, voerde den naam van den „Handboog" en
had St Sebastianus tot Patroon.
Karei V heeft 14 Augustus 1525 deze drie schutters
gilden erkend en bevestigd.
Het vierde schuttersgilde was dat van de Kolveniers,
die St Christophorus tot Patroon hadden gekozen.
24