onder de zinspreuk „In Liefde bloeiende" met een
stoet, die niet minder dan 125 paarden telde. De ruiters
waren gekleed in groene „rokken" met gouden passe
ment geboord „ende daaraen eenen rooden hanghende
„mouwen waarin dat staecken hare wambassen, cousen
„ende andere gereedschap". Zij droegen roode hoeden
met witte pluimen „ende hadden een antiquen waghen
met Personagien"verder vulden tien wagens overdekt
met groen en rood laken den stoet. Op iederen wagen,
die met toortsen versierd was, hadden twee gilde-
broeders plaats genomen.
Het landjuweel had voor dezen strijd tot motief ge
kozen: „Wat den mensche aldermeest tot Konste
verweckte".
Die van den Bosch wonnen den oppersten prijs, be
staande uit zeven zilveren schalen, wegende elk zes
oneen.
In September naar 's-Hertogenbosch in triomf terug
gekeerd, werden de Rederijkers met groote praal in
gehaald en dien avond werden hun ter eere „ver-
scheydene Batementen" (Kluchten) gespeeld „ende
„vele pecktonnen ghebrandt ende dede men vele vier
tallen springhen in de locht en onder de menschen
„ende wierden noch meer andere gheneughelijke ende
„vermaeckelijcke exercitiën bedreven".
Pret maken op zijn tijd en de blommetjes buiten
dragen zat en zit den Bosschenaars in het bloed.
Waarom ook niet? Het leven is voor velen eentonig
en bovendien is het kort. Een vroolijke afwisseling
geeft er kleur en deugd aan.
Voor de handhaving van de rust en de orde binnen
de veste zorgden de schutterijen. Daartoe behoorden
in het algemeen de voornaamste en vermogendste
burgers. De schutterijen waren verdeeld in vier gilden
23