zijnde de hoofdsteden van Kempenland, Peelland,
Maasland en van het kwartier van Oisterwijk, de
Baronie van Breda, het Markiezaat van Bergen op
Zoom, Dinteloord en het land van Cuyck. Deze schil
deringen waren het werk van Quirinus van Amels-
foort, lid van het Gemeentebestuur, en F. de Groot.
Zij sieren thans de wanden der vestibules en corridors
van het gouvernement, waaraan zij een voornaam
cachet geven.
Na de inlijving van Noord-Brabant bij het Fransche
keizerrijk in 1810 werd het Gouvernement als Hotel
de la Préfecture ingericht en nam Frémin de Beau-
mont, baron de 1'Empire, als Prefect van het Departe
ment der Rijnmonden daarin zijn intrek.
Keizer Napoleon, vergezeld van de Keizerin, was op
6 en 7 Mei 1810 de gast van den Prefect Frémin de
Beaumont. Toen het gemeentebestuur en overige
autoriteiten op 7 Mei den Keizer hunne opwachting
gingen maken, zeide Napoleon in zijn toespraak o.m.
„dat Hij de Brabanders altoos van de overige Neder
landers had onderscheiden en Hij reeds lang voor
nemens was geweest hen met de groote familie te ver
eenigen, omdat Hij hun dat voorrecht waardig keurde".
Bij die gelegenheid overhandigde de Maire aan Zijne
Majesteit een Petitie van 14 punten. De Keizer be
handelde die Petitie van „Point tot Point" en heeft
de stadsregeering op alles ondervraagd en over de
stadsbelangen onderhouden, belovende dat hoogst-
dezelve daarop reguard zoude slaan en de Petitie in
handen van Z.E. den Minister van Binnenlandsche
Zaken zoude stellen om deswege aan Zijne Majesteit
rapport te doen.
Daarna werd door een deputatie van Katholieke in
woners den Keizer gevraagd de St Janskerk aan den
114