Margaretlia van Parma. De gieter is nooit betaald,
daar „Griet" niet aan de gestelde eischen zou hebben
beantwoord. Op dit kanon staat gegrift „Thuergewald
beis Ich, 's-Hertogenbosch behoed Ich".
Ook wordt er in een rijmpje van gezegd:
Laed men mijnen vollen horen
Dan schiet ik Bommel over zijn toren,
En ben ik geladen vol en zat,
Dan schiet ik Bommel over de stad.
De voorpui van 1679 werd in 1791 veranderd in een
breede trap, die in 1913 werd vervangen door de
tegenwoordige pui naar den oorspronkelijken vorm,
terwijl twee in sierlijken vorm gesmede lantaarns, die
aan den gevel bevestigd werden, voor twee onbe
duidende straatlantaarns in de plaats kwamen.
Eenige kleinere merkwaardigheden mogen niet onver
meld blijven. Allereerst de volledige collectie zilveren
schepenstcmpels van de 13e tot en met de 18e eeuw,
die een hoogst zeldzame verzameling vormt.
Onder de menigte folterwerktuigen, die bij de be
rechting van misdadigers door de hooge vierschaar
toepassing vonden, die in aantal en wreedheid met
die van de gevangenpoort in Den Haag kunnen con-
curreeren, bevindt zich een zeer merkwaardig uit
hout gesneden instrument, bekend onder den naam
van „De Huik", dateerend uit 1686. Het heeft den
vorm van een kapmantel, waarop slangen, hagedissen
en padden zijn afgebeeld. De stadsboom, het gemeente
wapen, komt er tweemaal op voor. Ter halshoogte
bevindt zich een ijzeren beugel, waarmede het slacht
offer aan de huik werd bevestigd. Met dit merkwaardig
kleedingstuk getooid, werd de eerlooze vrouw, die door
haar wangedrag openlijk aanstoot had gegeven, te
105