Op dit kaartje zijn tevens de beschadigde of vernielde waterradmolens aangetekend. Duidelijk is te zien, in welke delen van ons land de strijd om de vrijheid het hevigst woedde. De meeste ver nielingen vinden we in het Westelijk deel van Zeeuws Vlaanderen en in het midden en Noorden van Limburg. Noordbrabant heeft ook veel verliezen geleden, onge veer in dezelfde mate als de Betuwe en de IJsselstreek. Dan is er nog schade op Walcheren en Zuid Beveland, terwijl in de Achterhoek, Salland en Groningen even eens sporen van de strijd zijn aan te wijzen. De lijn, gevormd door de vernielde molens te Hoevelaken, Scherpenzeel en Rhenen geeft als het ware de laatste linie der Canadese strijdkrachten in Nederland aan (Generaal Crerar). De overige vernielingen zijn inci denteel. Merkwaardig is het, hoe Zuid-Limburg door de snelheid van de eerste opmars in de herfst van 1944 is gespaard gebleven. In het Noorden des lands en in Gel derland zijn de vernielingen grotendeels toegebracht in April 1945, in Zeeland omstreeks October 1944, in N.Brabant gedurende September, October en November 1944 en in Limburg gedurende de gehele winter 1944/45. Uiteraard bevinden zich onder de beschadigde of ver nielde windmolens ook exemplaren, die reeds ten dele waren gesloopt. Het aantal dezer beschadigde of ver nielde peperbussen bedraagt 11. Uit cultureel oogpunt is dit geen verlies en in sommige gevallen inderdaad winst. Van deze 11 exemplaren is er 1 licht beschadigd, zijn er 3 zwaar beschadigd en zijn er 7 vernield. Indien we deze 11 reeds ten dele vernielde molens buiten be schouwing laten en ons bepalen bij het zuivere verlies aan molenschoonheid dan worden de totalen als volgt: Licht beschadigd, inmiddels hersteld Licht beschadigd Zwaar beschadigd, inmiddels hersteld Zwaar beschadigd Zeer zwaar beschadigd of vernietigd 20 26 3 52 109 49 161

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 99