77 1943 bestaande wind- en waterradmolens zijn aange duid. De ligging der molens is geografisch niet exact; zij zijn op de oorspronkelijke kaart slechts getekend binnen de grenzen van de gemeente, waarin zij zijn gelegen. Omtrent de verspreiding der molens valt het volgende op te merken. a. De industriemolens. Deze zijn vrij regelmatig over Nederland verspreid. De gebieden, waar ze het tal rijkst voorkomen, zijn: Groningen, de Graafschap met de Lijmers, de Zaanstreek, de Zuidhollandse eilanden, Zeeland, Noordbrabant en het midden van Limburg. Buiten gebruik zijnde industriemolens vindt men voornamelijk in de IJsselstreek, de Graaf schap met de Lijmers, Utrecht, het gebied rondom Rotterdam en westelijk Noordbrabant. b. De poldermolens. De verspreiding hiervan is uiter aard afhankelijk van de waterstaatkundige toestand. Zij zijn het sterkst geconcentreerd in het Oldambt (Slochteren met omgeving), het Noorden en Wes ten van Friesland (Wonseradeel, Hennaarderadeel, Baarderadeel, Leeuwarderadeel, Menaldumadeel, Dantumadeel)Ook in Noord- en Zuidholland zijn zij nog in ruime mate vertegenwoordigd (Alkemade, Nieuw Lekkerland, Alblasserwaard).Buiten gebruik zijnde poldermolens vinden we voornamelijk in Noord- en Zuidholland (Heerhugowaard, Schermer, Weesperkarspel, Moerkapelle) c. Op de waterradmolens wordt in een afzonderlijk hoofdstukje teruggekomen. Men ziet uit het cartogram dat de windmolens over het geheel genomen in het gehele land nog in vrij ruime mate vertegenwoordigd waren.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 96