gen worden gesloopt of veranderd dan na voorafgaande
toestemming van de Rijkscommissie voor de Monumen
tenzorg. Deze commissie kan de aangevraagde sloop
vergunning verlenen, al of niet onder bepaalde voor
waarden.
Deze voorlopige regeling is ook na 1 Juni 1947 gecon
tinueerd en is nog steeds van kracht!
Het is ook heel goed mogelijk dat provinciale besturen
zich het lot van de windmolens aantrekken. Zo is in
1947 in Friesland een provinciale molencommissie in
het leven geroepen. Deze commissie wordt in alle wind
molenvraagstukken door het provinciaal bestuur om
advies gevraagd. Zuidholland heeft onlangs dit uitste
kende Friese voorbeeld gevolgd!
Ook de gemeentebesturen hebben tegenwoordig in de
molenbescherming een belangrijke taak. We hebben er
reeds op gewezen dat in menig dorp de windmolen
voor de dorpsgenoten méér is dan alleen een maalwerk-
tuig. Hij is vaak het symbool van het dorp, een be
langrijk centrum van handel, een aanknopingspunt met
de oude historie en een onmisbaar element in het
dorpssilhouet. Bevolkingsagglomeraties zijn vaak rond
om de windmolen ontstaan. Daarom zijn het juist de
dorpsgenoten die hun molen het ergste zouden missen
en als gevolg daarvan is het duidelijk, dat de gemeente
besturen in de eerste plaats dienen toe te zien op zijn
behoud. Vooral voor tijden van nood is het bezit van
een windmolen voor ieder dorp van onnoemelijk grote
betekenis.
Er zijn meer dan duizend gemeenten. Dat wil zeggen,
dat als iedere gemeente zich over één molen ontfermde,
de huidige stand van ons molenbezit verzekerd zou zijn.
Dit is uiteraard slechts een theoretische mogelijkheid,
welke ten doel heeft de mogelijke invloed van de ge
meenten in deze te demonstreren. Er zijn thans nog zo
weinig windmolens over dat het zaak is, alle nog be-
71