„stoom en electriciteit, maar verhinderen wil zij, dat
„van het zeer grote aantal molens dat ons land rijk is
„geweest, niets meer overblijft dan enkele korenmolens
„bij afgelegen dorpen, die toch ook binnen afzienbare
„tijd zullen verdwijnen. Zij wil hier en daar een molen,
„die bijzonder fraai het landschap stoffeert of die door
„zijn type tot de zeldzame cultuur-historische monumen
ten kan gerekend worden, voor ihet nageslacht bewa-
„ren, zoo mogelijk steun biedende om hem in de gele
genheid te stellen nog productief werk te verrichten,
„volgens zijn bestemming." Van deze voor de moderne
tijd nogal langademige zin is vooral de laatste passage
van belang. De vereniging heeft in beginsel slechts in
die gevallen steun verleend, waarin duidelijk kon wor
den aangetoond dat de molen als windmolen nog eco
nomisch bestaansrecht had. Maar al te vaak werd ook
in die tijd al gedacht, dat de windmolens als kracht
werktuig zonder meer verouderd waren.
De vereniging „De Hollandsche Molen" heeft in zeer
vele gevallen financiële steun verleend bij de herstel
ling van windmolens en staat bovendien altijd klaar
met deskundige technische en juridische adviezen, die
door de belanghebbenden ten hoogste worden gewaar
deerd. Ter stimulering van het goede werk reikt zij
certificaten uit aan diegenen die zich op het gebied van
de molenbescherming bijzonder verdienstelijk hebben
gemaakt. Een dergelijke onderscheiding wordt door de
bezitters op hoge prijs gesteld.
In September 1924 heeft zij een „Ideeën-Prijsvraag tot
het verbeteren van oudhollandsche windmolens" uitge
schreven, waardoor de molen beter dan tot dusverre aan
de mededinging van moderne krachtwerktuigen het
hoofd zou kunnen bieden, zonder aan schoonheid te
verliezen. De inzendingen hebben veel nieuws opgele
verd op molen-technisch gebied; er waren belangrijke
suggesties, waaruit o.m. de later te bespreken Dekker-
wiek is naar voren gekomen.
De vereniging heeft ook bekendheid verworven, door-
64