ook van een zeldzame schoonheid (zie afb. 14). Ook de
„gewone" man zo die nog bestaat voelt voor molen
schoonheid. Erg muzikaal is hij wel niet, doch de liedjes
over „die mooie molen" kent hij wel. Industriële onder
nemingen maken gebruik van de populariteit van de
windmolen: talloos zijn de handelsmerken waarin de
molen het hoofdmotief vormt.
Rembrandt reeds tekende windmolens (zie afb. 15).
Bekend zijn de schilderijen van Ruysdael en Hobbema
in onze Gouden Eeuw en later (Haagse School) Weis-
senbruch, de Marissen, Israëls, Gabriëls. Zij zijn ge
ïnspireerd geweest door de doelmatige schoonheid en
zuiverheid van vorm van deze oude maalwerkluigen,
zich in serene zuiverheid aftekenend tegen onze bewo
gen luchten.
Een bekend letterkundige heeft in 1926 een enquête
gehouden onder vooraanstaande Nederlandse architec
ten over de vraag, of, wanneer gebleken zou zijn, dat
de windmolen economisch niet meer te handhaven zou
zijn, hij definitief zou moeten verdwijnen of niet, en of
dit verdwijnen een verlies zou betekenen voor de
schoonheid van ons land. Uit de uitkomsten meende
deze heer de conclusie te mogen trekken, dat strijd om
molenbehoud zinloos was en geen aanmoediging ver
diende. Tegen deze conclusie trokken velen te velde, in
het bijzonder het toenmalige Tweede Kamerlid Henri
Polak. Het is een zeer interessante woordenstrijd ge
worden, die tot op de huidige dag onze belangstelling
vermag te wekken (Vergaderingen van het Koninklijk
Instituut van Ingenieurs te 's-Gravenhage op 20 April
en 17 Juni 1926).
Het belang van de windmolens uit toeristisch oogpunt
kan men bezwaarlijk hoog genoeg aanslaan. De bui
tenlander en vooral de Amerikaan wil in Neder
land molens zien. En gelukkig kan hij die hier nog
zien. Dit is niet alleen een kinderlijke wens van on
wetende mensen. De windmolen is een symbool van ons
land, want dankt niet de gehele Nederlandse industrie
45