met aan één zijde een afvoergreppel. De aldus gevorm
de cirkel en greppel hebben een hoger niveau dan de
aansluitende sloot of sloten, waaruit het water wordt
opgemalen. De capaciteit van dit molentje is gering.
Het dient slechts voor het bemalen van kleine percelen.
In de laatste jaren is het aantal tjaskers onrustbarend
afgenomen. Het „aanbrengertje" dient eveneens tot
het bemalen van kleine percelen. Deze hupse aan
kledingen van het landschap vindt men nog vrij veel
in Noordholland, waar zij „petmolens" worden ge
noemd. Deze weidemolentjes bezitten een tweetal rade
ren, welke een verticaal gestelde as in beweging stellen,
waarop schoepen zijn bevestigd. De as met schoepen
draait rond in een kuipdoor de centrifugerende kracht
van de wentelingen wordt het water opgezogen. Het
aanbrengertje ziet er overigens uit als een klein model
wipmolen. Het is voorzien van een naar verhouding
grote staart, die het molentje automatisch op de wind
stelt.
De moderne vervangers van deze molentjes zijn vaak
zeer afstotend van uiterlijk (profielstaai op betonnen
voetstuk)Men streeft thans naar een nieuw model, dat
groter efficiency paart aan traditionele schoonheid. De
molenmaker A. Wagemaker te Oostwoud heeft zich op
dit gebied verdienstelijk gemaakt.