met aan één zijde een afvoergreppel. De aldus gevorm de cirkel en greppel hebben een hoger niveau dan de aansluitende sloot of sloten, waaruit het water wordt opgemalen. De capaciteit van dit molentje is gering. Het dient slechts voor het bemalen van kleine percelen. In de laatste jaren is het aantal tjaskers onrustbarend afgenomen. Het „aanbrengertje" dient eveneens tot het bemalen van kleine percelen. Deze hupse aan kledingen van het landschap vindt men nog vrij veel in Noordholland, waar zij „petmolens" worden ge noemd. Deze weidemolentjes bezitten een tweetal rade ren, welke een verticaal gestelde as in beweging stellen, waarop schoepen zijn bevestigd. De as met schoepen draait rond in een kuipdoor de centrifugerende kracht van de wentelingen wordt het water opgezogen. Het aanbrengertje ziet er overigens uit als een klein model wipmolen. Het is voorzien van een naar verhouding grote staart, die het molentje automatisch op de wind stelt. De moderne vervangers van deze molentjes zijn vaak zeer afstotend van uiterlijk (profielstaai op betonnen voetstuk)Men streeft thans naar een nieuw model, dat groter efficiency paart aan traditionele schoonheid. De molenmaker A. Wagemaker te Oostwoud heeft zich op dit gebied verdienstelijk gemaakt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 52