beter te snijden, teneinde de wind op de meest effect
volle wijze in de zeilen te doen drukken. Overeenkom
stig hieraan zien we in de molenbouw de zeeg ontstaan
dit is de kromming in het hekwerk der wieken, welke
onze oude molenbouwers langs proefondervindelijke
weg hebben gevonden en waaraan de moderne weten
schap weinig meer kon verbeteren!
Recente onderzoekingen hebben aangetoond, dat het
niet zozeer de stuwkracht van de wind is die het schip
voortbeweegt, doch de zuiging, het onvolledige vacuum
aan de achterzijde van het grootzeil. Daarom is het
ervoor aangebrachte fokzeil zo belangrijk; dit verhoogt
nl. de zuigkracht aan gene zijde van het grootzeil, door
dat er een constante luchtstroom tussen de beide zeilen
ontstaat. Wat is nu logischer dan windzoom en wind
borden met de fok van het zeilvaartuig te vergelijken,
en ze door iets dat op een fok gelijkt, te vervangen,
heeft Ir. Fauël uit Wassenaar gedacht. Hij construeerde
een speciale wiek volgens dit principe, die een groot
rendement blijkt te bezitten en zeer goed voldoet 11945).
Het is niet onmogelijk, dat een nadere vergelijkende
studie van de tuigage van zeilschepen tot verdere ver
beteringen in de molenwieken zou kunnen leiden.
We zullen thans nog even stilstaan bij de verdere ont
wikkeling van de molentypen in ons land. We spraken
reeds over de standerdmolen. Dit type is voor de op
komende industrie van ons land van uitnemend belang
geweest. Op de wallen der steden stonden eertijds tien
tallen standerdmolens, afgewisseld met een enkele to
renmolen, waarvan het molenlichaam bestaat uit een
speciaal daartoe gebouwde ronde stenen toren of, wat
vaker het geval was, uit een niet meer in gebruik zijnde
kruittoren of verdedigingstoren. De houten standerd
molens zijn op oude gravures verre in de meerderheid;
een enkele maal treft men een torenmolen aan.
De standerdmolen is vrijwel alleen geschikt voor het
malen van graan, een enkele maal voor het „slaan" van
15