113
in kwestie in 1652 werd gebouwd. Waarschijnlijk is in
dit geval, dat de balk vóór de bouw van de molen al
een functie had in een andere, oudere molen uit het
genoemde jaar.
In dit werkje hebben wij ons moeten beperken tot
hoofdzaken. De verleiding was vaak heel groot om
dieper in te gaan op interessante detailkwesties. Zo is
er niet gesproken over afwijkende vormen van paltrok-
molens, of over diverse typen tjaskers, e.d. hoewel die
wel degelijk bestaan of bestaan hebben, of over de uit
eenlopende namen van de molens.
Een andere bijzonderheid is b.v. de windmolen te Lang
weer bij zeilers welbekend welke thans helaas niet
meer in gebruik is, doch welke zowel koren- als polder
molen was. Voorzover ons bekend een unieke combi
natie! We hebben ook gezwegen over de zgn. water-
vluchtmolens, waaraan de heer A. Bicker Caarten een
zeer interessant artikel wijdde in het molennummer
van „Heemschut" van April 1948. Dit zijn combinaties
van windmolen en waterradmolen, welke eertijds nog
wel eens voorkwamen.
Wipmolens zijn bijna altijd poldermolens en zij bezit
ten geen stelling; het zijn dus grondmolens. Doch wat
denkt U dan van de wipkorenmolen met stelling te
Weesp (zie fig. IV). Alweer een afwijking van het
hiervoren uiteengezette. En zo zijn er meer merkwaar
digheden, doch wij vleien ons met de hoop, dat een
aanzienlijk aantal lezers er op uit zal trekken in ons
goede vaderland om zelf deze wonderen van vinding
rijkheid onzer voorouders te gaan aanschouwen!
Eigenlijk verdienen ook speciale aandacht de molen
ijzers, welke vaak op oude familiewapens voorkomen
en voor de oningewijde op kaballistische of runen
tekens moeten lijken! Het zijn de ijzers die zich in de
molenstenen bevinden en welke vaak grillige, doch
tevens sierlijke vormen hebben aangenomen.
Dan zijn er de traditionele poldergebruiken, polder-