De veel verbreide mening, dat de vaak zo schilderachtig aan beekjes of andere stroompjes gelegen watermolens niet meer in de moderne tijd zouden passen, blijkt dus onjuist. Van de 141 exemplaren zijn er 118 vrijwel ge regeld in bedrijf, of bijna 84°/o! Dit kan ongetwijfeld hieruit verklaard worden, dat de soliditeit van deze bouwwerken zeer groot is en het altijd weer aantrekke lijk zal zijn gebleken, eventuele gebreken te herstellen om van de gratis waterkracht een nuttig gebruik te kunnen blijven maken. Bijgaand kaartje geeft een indruk van de geografische verspreiding der watermolens, waarop de grenzen zijn aangegeven van die gemeenten waarin waterradmolens voorkomen, binnen welke grenzen de symbolen op wil lekeurige wijze zijn getekend, daar deze anders in vele gevallen over elkaar heen zouden vallen. De waterradmolens konden uiteraard slechts ontstaan in streken waar de hooggelegen, geaccidenteerde bo dem een vrij groot verval in de aanwezige stroompjes veroorzaakt. Zo liggen de watermolens in Overijssel aan bekende beekjes (zie afb. 24)die op de Veluwe zijn gelegen „op" de zgn. sprengen, die vaak uitslui tend met het oog op de te bouwen watermolens werden gegraven, en aan grotere beken. De overige Gelderse watermolens liggen aan zijstroompjes van de IJssel. In Noordbrabant en Limburg zijn zij ontstaan aan bovenstroompjes van zijriviertjes van de Maas of aan die zijriviertjes zelve. De waterradmolens bestonden in ons land reeds in de 11de eeuw, zeer waarschijnlijk zelfs eerder. Vermoe delijk zijn ze hier ouder dan de windmolens. Deze ver onderstelling wordt gesteund door het feit, dat de waterradmolen op een eenvoudiger technisch beginsel berust dan de windmolen. De meeste bestaande water molens dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. De watermolens vervullen vanouds een belangrijke aesthetische functie in het landschap. Men denke b.v. 105

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 128