Aldus komt hij tot „wolkenkrabbermolens": in zeer
grote en hoge molenrompen zou men legio flats kunnen
onderbrengen (woningprobleem) en tevens de basis
hebben voor grote, zeer effectieve windmolens, welke
continu licht, kracht, warmte en koude kunnen leveren
naar verkiezing en tegen voordeliger prijzen dan die
welke wij thans daarvoor moeten betalen
Dit doet ons weer denken aan het plan van de Duitser
Honnef (1933), die torens wilde bouwen van 250 m
hoogte op achthoekige basis van 120 m en bestaande
uit een ijzerconstructie. Op deze constructie worden
wieken bevestigd van 160 m middellijn, welke bij storm
horizontaal kunnen worden gelegd. De productie van
dit aggregaat begrootte Honnef op 126 millioen kwh.
Ongetwijfeld zijn deze plannen zeer interessant, maar
daar dit boekje over onze eigen oud-vaderlandse wind
molens handelt dient met het bovenstaande te worden
volstaan.
99