ning gebruikte windcijfers aan de gegevens van De Bilt
als gemiddelde over 25 waarnemingsjaren. Het molen
vermogen werd aan door de heer Dekker verbeterde
windmolens gemeten door de Rijksstudiedienst voor de
Luchtvaart; deze molens hadden een vlucht van 100
voet of 28.30 m diameter en behoren alzo tot de groot
ste, welke nog in ons land worden aangetroffen.
De resultaten luidden als volgt:
Molenvermogen in
Windsnelheid in m/sec.
PK
Kwh
3
10
7
4
22
16
5
42
31
6
68
50
7
108
79
8
159
117
9 en meer
227
167
Alle cijfers zijn naar heneden afgerond.
Windsnelheden beneden 3 m per seconde werden ver
waarloosd en windsnelheden boven 9 m per seconde
werden als 9 m aangerekend, omdat de grotere vermo
gens bij hogere windsnelheden door de molens niet kon
den worden uitgebuit en het rendement door zwichting
der zeilen opzettelijk moest worden verlaagd, aange
zien het molengestel en de overbrenging niet op zulke
grote krachten berekend waren.
Bijgaande tabel, gebaseerd op de windcijfers van Gro
ningen, geeft een gedetailleerd overzicht van de ont
wikkelde PKU gedurende het gehele jaar bij de ver
schillende windsnelheden, met een totaalbedrag van
290.010 PKU of 215.000 kwh. Deze Groningse cij
fers kunnen enigermate dienen als gemiddelden voor
ons gehele land; in de kuststreek zijn de cijfers zeer
veel gunstiger, omdat de windsnelheden daar het hoogst
93