VOORWOORD
De Hollandse molen neemt een dusdanige plaats in
in ons volksbestaan, dat wij het waardeeren, dat de
Heemschutserie, die reeds een eerbiedwaardig aantal
uitgaven publiceerde over datgene wat deel uitmaakt
van de karakteristieke bekoring van ons land op het ge
bied van kunst en historie, thans een uitgave het licht
doet zien, geschreven door den kenner en vriend van de
molens, den heer K. Boonenburg.
Ontelbaar zijn de publicaties, van ouden en recenten
datum, op molengebied; dikke boeken werden uitgege
ven over de constructie, geestdriftige beschouwingen
over de beteekenis der molens uit aesthetisch, econo
misch en technisch oogpunt verschenen. Wij verheugen
ons erover, dat thans van de hand van een deskundige
een samenvatting het licht ziet, die de molens zelf be
schrijft, en waarin vele vragen worden beantwoord, die
de molens bij den liefhebber oproepen. Hierdoor wordt
hij in staat gesteld een beter begrip te krijgen van de
beteekenis van het oude maalwerktuig.
De molens hooren bij Nederland; zij geven aan het dorp
met het kerkgebouw een zekere wijding en in het land
schap zijn zij een onontbeerlijk element van schoon
heid. Helaas zijn de laatste jaren vele molens verdwe
nen en ook aan den oorlog betaalden de molens hun
cijns, toen, vooral in Zeeland, Noord-Brabant en Lim
burg, vele werden verwoest, die met verbeteringen aan
wiekenkruis en maalinrichting waren uitgerust. Het
aantal molens, dat in het begin dezer eeuw ongeveer
8000 bedroeg, is thans tot 1300 teruggeloopen. Het
Nederlandsche volk moge beseffen, dat het in het bezit
der molens een rijkdom heeft, die mede de pracht van
ons land bepaalt.
7