84 HOOFDSTUK VIII MOLENCONCURRENTIE Z owel de polder- als de industriemolen hebben als grote concurrent de mechanische drijfkracht. De ver drongen poldermolens werden het slachtoffer van de mechanisatie; aanvankelijk verschenen de stoomgema len, met een capaciteit, vele malen groter dan die van de windmolen, daarna de motorische gemalen (met ru we olie gestookt) en ten slotte de electrische gemalen. Zoals we reeds hebben aangetoond, is de overheersende positie van de electrische gemalen thans vrijwel kunst matig, daar de prijs van de brandstoffen (steenkolen) door subsidies laag wordt gehouden. De poldermole naars, die als hulpinstallatie een electromotor bezitten, willen niets liever dan dat er een einde wordt gemaakt aan hun verplichting om jaarlijks minimaal een be paalde dosis kwh te verbruiken. Deze eis is dan ook naar onze mening in deze tijd van energieschaarste een voudig ongehoord! De bedoeling ervan is uitsluitend, de beurs der provinciale electriciteitsmaatschappijen nog meer te doen spekken, terwijl grotere belangen, die de gehele gemeenschap betreffen, blijkbaar totaal uit het oog worden verloren. Hoe kan men dan in deze zaak verbetering brengen? De oplossing is niet zo moeilijk. Men kan door een spertijd de windmolen houden buiten de uren van hoogste belasting van het net. Dan is het aandeel van de windmolens in de vaste kosten van het bedrijf minimaal. Indien het electriciteitsbedrijf dan een kwh-prijs vraagt, waarop geen verlies wordt geleden, b.v. 5 cent (zonder de jaargarantie; d.w.z. zonder dat de garantie wordt gesteld van een bepaalde minimum stroomafname door de mulder per jaar) dan kan dit bedrijf zulks zonder grote bezwaren doen, omdat het hier een numerus clau-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 105