We kunnen dus zeggen, dat er van de 1467 in Neder
land aanwezige intact zijnde windmolens niet minder
dan 161 zwaar zijn beschadigd of vernield door het
oorlogsgeweld, of wel bijna 11 °!o-
Deze 161 windmolens zijn niet alle aan dezelfde vorm
van oorlogsgeweld ten offer gevallen. 98 exemplaren
vielen ten slachtoffer aan diverse oorlogshandelingen,
als beschieting door kanonnen, door tanks of vanuit de
lucht (hieronder nog begrepen 2 wegens inundatie, 1
wegens V-l ontploffing, 1 omvergetrokken door kabel
ballon en 1 gesloopt voor brandhout). Niet minder dan
60 windmolens zijn door de Duitsers, althans naar het
oordeel van de leek meestal zonder militaire noodzaak,
opgeblazen, in brand gestoken of gesloopt. Vooral in
Midden-Limburg is dit het geval geweest. De geallieerde
troepen vernielden 3 windmolens. In feite zijn er in
direct door het optreden van de Geallieerden natuurlijk
meer vernield; deze zijn begrepen in het eerstgenoemde
aantal van 98. De 60 door de Duitsers vernielde molens
zijn echter niet gedurende de krijgshandelingen, doch
daarvóór (vaak zeer kort daarvóór!) door zgn. Spreng-
kommando's verwoest.
Plannen tot herstel kwamen in vele gevallen snel tot
stand. Vaak werden daarbij de gewestelijke of plaatse
lijke Wederopbouwbureaux ingeschakeld. De uitvoering
der plannen werd echter in hoge mate bemoeilijkt door
materialenschaarste en het probleem van de berekening
der geleden schaden (op vooroorlogse prijsbasis). Het
Ministerie van Onderwijs heeft in dezen bij het Ministe
rie van Wederopbouw en Volkshuisvesting een bijzon
dere regeling weten te verkrijgen. Niettemin valt te
vrezen, dat slechts een zeer gering aantal molens zal
worden herbouwd. In onderstaande tabel, welke geba
seerd is op de cijfers van 1 Jan. 1943, zijn dan ook de
zwaar en zeer zwaar beschadigde en vernielde wind- (en
waterrad-) molens geëlimineerd. Zij geeft aldus onge
veer de toestand weer, zoals die medio 1946 (het tijd
stip van verwerking der oorlogsschadegegevens) was:
81